Registratie en vervolging
In de zomer van 1942 werden alle Joden in Nijmegen vastgelegd op de zogenaamde 'Burgemeesterslijst'.
Op 15 september 1935 voeren de nazi's de Rassenwetten van Neurenberg in. Deze racistische wetten zijn gericht tegen de Joden in Duitsland, waardoor ze minder rechten krijgen dan andere inwoners van Duitsland. In de wetten is vastgesteld wie Joods is en wie niet. Dit gaat op basis van afstamming. Als je drie of vier Joodse grootouders hebt, word je gezien als Joods. Joden gelden niet langer als staatsburgers en kunnen daarom geen aanspraak maken op bepaalde burgerrechten, mogen niet meer stemmen en kunnen niet voor de overheid werken.
Een ander onderdeel is de ‘Wet ter bescherming van het Duits bloed en de Duitse eer’. Deze verbiedt huwelijken tussen Joden en Duitsers. Daarnaast mogen Joden geen vrouwen van 45 jaar en jonger in dienst nemen in hun huishouden. Deze wet vormde de basis waarop de vervolging van Joden in Nederland tijdens de bezetting werd uitgevoerd. Het begon met registreren en het laten dragen van een jodenster waardoor iedereen die volgens de rassenwetten joods was herkenbaar over straat ging. In Nijmegen werd door de Gemeente in de zomer van 1942 een lijst samengesteld met namen van Joden binnen de gemeente. Daarmee was alles in gereedheid gebracht voor de arrestaties en razzia's en de systematische deportaties die vanaf 1 juli 1942 begonnen.
Een aantal Joden die voor het samenstellen van deze lijst in Nijmegen woonden/voor langere tijd verbleven en al verhuisd waren naar een andere stad of juist na het samenstellen ervan in Nijmegen kwamen onderduiken zijn niet op deze lijst terug te vinden maar worden wel als Nijmeegse vervolgingsslachtoffers beschouwd. Het gaat om 17 personen die terug te vinden zijn onder deze gebeurtenis.
Voor meer informatie: Oorlog in Nijmegen; Anne Frank Huis