Jeanne van der Borg was de dochter van het echtpaar A.A.van der Borg (+1939) en J.M.H. van der Borg-Jeunehomme.(+1942). Haar vader was eigenaar van het warenhuis Van der Borg in de Broerstraat. Het echtpaar woonde op de Canisussingel nr 20. Jeanne had op het pensionaat Notre Dame des Anges in Ubbergen haar middelbare school afgerond. Zij maakte daar kennis met de Franse taal en ging Frans studeren in Lyon.

Zij besloot om geen lerares te worden. Bij de zusters van Hallo sloot zij zich aan als vrijwilligster  voor de maatschappelijke dienstverlening aan Nijmegenaren in nood.

Schuilend in het Canisiuscollege, waar honderden mensen in de kelders sinds 19 september 1944 een veilig toevlucht hadden gevonden , werd ook zij, als vrijwillige medewerkster bij de opvang van vluchtelingen,  op 2 oktober '44 bij een granaatinslag dodelijk getroffen. De kelders waren veilig, er waren ook noodtoiletten geplaatst. Jeanne wilde toch gebruik maken van de toiletten boven. Daar ontplofte een granaat, die een einde maakte aan het leven van Jeanne.  Ook een zekere Clementine raakte daardoor zwaargewond, maar overleefde, even als drie andere zwaargewonden.