Rosa Görmiller was de dochter van de Duitse dienstbode in Amsterdam Luzia of Lucia Görmiller (*Unterdettingen 8-12-1902) en een onbekende vader. Mogelijk was de vader  de aannemer Hermanus Johannes Wiersma (*Oosthem 16-7-1884). Deze Wiersma trouwde in eerste huwelijk  op 6 okt.1906 in Leeuwarden met Hyke Busman (echtscheiding 5 juni 1913), in tweede huwelijk op 10 november 1914 in Amsterdam met Cornelia Terpstra (echtscheiding 26 mei 1930). Zijn derde echtgenote werd Lucia Görmiller, en wel op 4 maart 1931 in Amsterdam. Na Rosa kreeg Lucia in Edam of Amsterdam op 29 december 1925 nog een dochter van een onbekende vader. Deze dochter werd Doetje Louise genoemd, hetgeen doet denken aan de voornaam van Wiersma's moeder, namelijk Doedtje. In de jaren veertig verhuisde het echtpaar Wiersma-Görmiller naar Beek-Ubbergen, adres B 359,genaamd "'t Kaempke". Pas op 23 december 1946 deed Luzia Görmiller, wonende in Ubbergen, in Nijmegen aangifte van het overlijden  op 10 oktober 1944 in Nijmegen van haar dochter, de kostuumnaaister Rosa. Rosa is een oorlogsslachtoffer, omdat zij met haar ouders geïnterneerd werd in een kamp in of bij Nijmegen. Haar ouders werden beschuldigd van het bouwen van bunkers voor de Duitsers. Toen Rosa ziek werd en difterie bleek te hebben werden geen medicijnen beschikbaar gesteld, waarop zij stierf. Moeder Lucia ontvluchtte het kamp voor zij uitgewezen kon worden. Lucia zocht haar toevlucht in Zuid Duitsland, waar zij hertrouwde met een Engelse militair. Over het  verdere lot van Wiersma is ons niets bekend.

Bronnen: e-mail Rob Essers 27 aug.2013 met personalia; mededelingen van Walter Gormiller (neef,tantezegger) 5 sept.2013 en correspondentie 21 september 2013 met foto's van Rosa's ouders en het huis in Beek-Ubbergen; e-mail Peter van Schaijk 25 september 2013:  Cornmuller is waarschijnlijk Görmiller; Slachtofferlijst Begraafplaats Graafseweg: AD vermeldt abusievelijk Fornmuller.