Lambertus Horssen, aannmer van beroep, was getrouwd met Petronnella Gruijthuisen. Het echptaar woonde boven de werkplaats aan de Ziekenstraat 11, 13 en 15. Tijdens het bombardement van 22 februari  1944 werd dit pand volledig verwoest. Gelukkig was het echtpaar niet thuis. Tijdelijk gingen zij inwonen in de Staringstraat 12 bij een mevrouw Pistorius.

Zijn zoon Pierre woonde in de Van der Brugghenstraat. Na het bombardement van 22 februari 1944 zette zijn zoon op dit adres het kantoor van het annemersbedrijf voort.   Nijmegen bleef vele maanden frontstad en de granaten vlogen dagelijks door de stad.

Op 3 maart 1945 liep Lambertus naar het huis van zijn zoon in de Van der Brugghenstraat. Zijn kleinzoon Bert van Horssen keek net door het raam naar buiten en zag zijn opa aankomen. Plotseling zag hij zijn grootvader op de grond vallen. Er was een granaat ingeslagen in een boom op de hoek van de Canisiussingel met de Van den Brugghenstraat. Lambertus was ernstig gewond. Nog voordat hij in het ziekenhuis kon worden geopereerd is hij overleden aan de verwondingen.