Roosje Maas-Eichenwald en haar dochter Diena Maas waren vanuit Groenlo in Nijmegen ondergedoken bij de zus van Roosje, Begijnenstraat 11. Vervolgens doken zij onder bij de familie Snabel aan de Dr.Jan Berendsstraat 20. In het Algemeen Politieblad, nr. 32, 13-08-1942, 916, bericht 1488, werd door de burgemeester van Groenlo om de aanhouding van Roosje verzocht en in januari 1943 werd een opsporingsbericht uitgevaardigd voor dochter Diena. In februari werden Roosje en Diena door verraad opgepakt in de woning van Snabel rond 18 januari 1944.

Op 8 januari 1944 zijn Roosje en Diena naar Westerbork gebracht waarna ze 3 maart 1944 met transport 89 naar Auschwitz werden gedeporteerd, Roosje is daar direct na aankomst vermoord.  Dochter Diena overleefde Auschwitz dankzij interventie van Folke Bernadotte en trouwde met de zoon van de familie Snabel. Vader Maas overleefde met hun andere kind in onderduik de oorlog. Van Diena is een dagboek bewaard gebleven waarin ze verslag deed van haar ervaringen in Auschwitz.

Roosje en Mietje Vrengel-Eichenwald waren zussen van elkaar. Diena Maas komt voor op de lijst van "voortvluchtige Joden"d.d. 22 april 1943, opgesteld door Commissaris Van Dijk en bestemd voor Walraven, waarnemend gewestelijk Politiepresident. 

Bron: Ernst Snabel in Overasselt en na de oorlog opgetekende herinneringen van Diena Snabel-Maas (RAN); Joods Monument; www.oorloginnijmegen.nl