Albert de Marcas
Albert de Marcas vestigde zich op 29-08-1940 met zijn gezin in Nijmegen, komende vanuit Heemstede. Hij was op 30 augustus 1917 in Nijmegen getrouwd met Roosje Glaser. Zij kregen vier kinderen: Moritz (*1918), David (*1920), Sara (*1923) en Gertrude, ook Trudy genoemd (*1928). Vader Albert werd penningmeester van het Armbestuur van de Joodse Gemeente van Nijmegen. De zonen Moritz en David bleven in Amsterdam waar zij voor accountant studeerden, maar kwamen in de weekenden naar Nijmegen. Vader Albert was accountant van beroep.
Albert werd met zijn gezin, m.u.v. zijn zonen David en Moritz die ondergedoken waren, op 26-01-1943 gearresteerd. Het gezin werd naar Westerbork overgebracht en op 2 februari 1943 met treintransport 48 naar Auschwitz gedeporteerd, waar de ouders met hun twee dochters direct vergast werden. Hun woning werd op 16 maart 1943 ontruimd.
Moritz overleefde de oorlog. David werd alsnog opgepakt en op transport gesteld naar Sobibor, waar hij in eerste instantie de selectie overleefde. Hij werd uitgezocht voor zeer zware dwangarbeid en vervoerd naar het concentratiekamp Majdanek (Lublin) waar hij uiteindelijk bezweek.
Bron: Joods Monument; PK; G.Luijters, In Memoriam, p.357 en 358; collectie Bart Janssen met foto's Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 837 ev
Persoongegevens 
Overlijdensgegevens 
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
Nederlands-Israelitisch
Beroep:
kantoorbediende/accountant
Burgerlijke staat:
gehuwd
Adres:
Groesbeekseweg 122
Geboortedatum:
08-03-1888
Geboortedatum toevoeging:
Locatie:
concentratiekamp Auschwitz
Omstandigheid:
vergast/vermoord
Categorie:
Burgers: Joden