1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

10 januari - 3 oktober 1942

D. Sealtiel

Gedenkplaat Kitty de Wijzeplaats

David Sealtiel

 

David Sealtiel was een zoon van Samuel Sealtiel en Roza (Roosje) Lever. (Leever).  Hij trouwde met Aaltje Cohen.  Zij kregen zes kinderen: Roosje, Frederika, Rachel, David, Samuel en Maurits (allen opgepakt en vermoord in '40-'45 - vier kinderen van dochter Rachel Grünwald-Sealtiel hebben de oorlog overleefd. ). Het gezin verhuisde binnen Amsterdam vele malen.

David had een eigen slagerszaak van 1906 tot 1926. Toen verkocht hij zijn zaak en ging zich geheel toeleggen op het kunstschildersvak, dat tot dan toe slechts zijn hobby was geweest. Aanvankelijk liep zijn zaak in schilderijtjes, spiegeltjes en beschilderde lampenkappen wel goed, maar langzamerhand werd het minder en in 1929 ging hij failliet. In 1932 wierp hij zich op het maken en verkopen van kunstgebitten naast zijn activiteit als kunstschilder. Hij had een uitvinding gedaan waardoor kunstgebitten bijna net zo goed bleven zitten als een echt gebit. Het lukte hem echter niet goed deze uitvinding op de markt te brengen. Een jaar later stak hij zijn energie weer in het slagersvak, maar raakte in overspannen toestand en werd als zenuwpatiënt enige maanden opgenomen. In november 1933 hervatte hij zijn werkzaamheden, ditmaal voor winkelreclames en als handelaar in loterijlotjes. Zonder veel succes.

In april 1940 stierf zijn vrouw Aaltje Cohen. In december 1940 is David sr in Nijmegen, komen wonen. Kort na zijn aankomst in Nijmegen trad hij op 13 december 1940 in het huwelijk met de 58-jarige Marianne van Raap, die in 1914 gescheiden was van Barend Swaab. Na zijn tewerkstelling in joodse werkkampen is David 2/3 oktober overgebracht naar Westerbork en waarschijnlijk iop 23 oktober 1942 met transport 30 van Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en daar direct na aankomst vermoord. Marianne is na de arrestatie van David vermoedelijk ondergedoken maar werd alsnog in december 1943 gearresteerd en in Auschwitz vermoord.

Bron: Joods Monument; www.joodsvirtueelmuseum.nl

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
D. Sealtiel
Voornamen:
David
Roepnaam:
Geslacht:
Man
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
-onbekend-
Beroep:
kunstschilder
Burgerlijke staat:
gehuwd
Adres:
Vondelstraat 31
Woonplaats:
Nijmegen
 
Geboortedatum:
25-12-1886
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Amsterdam
Datum:
26-10-1942
Datum toevoeging:
Leeftijd:
55 jaar

Plaats:
Auschwitz (P)
Locatie:
concentratiekamp Auschwitz
Begraafplaats:
Auschwitz
Omstandigheid:
vergast/vermoord
 
Categorie:
Burgers: Joden
Dossiernummer:

Joodse werkkampen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Joodse werkkampen

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.