Johan Hendrik Soulier
Johan Hendrik Soulier is 8 november 1917 getrouwd in Nijmegen met Alida Johanna Buurman. Zij krijgen samen twee dochters en vertrekken naar Nederlands-Indië alwaar J. H. beroepsmilitair bij het KNIL wordt. Eind 1925 tot medio 1926 gaat het gehele gezin op bezoek in Nederland en later nogmaals in de periode augustus 1932 tot maart 1933. In de tussentijd volgt Johan Hendrik de leergang voor sergeant-majoor administrateur die hij in oktober 1929 met goed succes afsluit. Zijn eerste aanstelling in de functie als Foerier is bij het garnizoensbataljon der Wester-afdeeling (zo staat het vermeld in "De Koerier” van 28 oktober 1929) van Borneo.
In januari 1940 wordt Adjudant onderofficier adm. Inf. J.H. Soulier overgeplaatst van zijn positie op de eilanden waaronder Timor en Waingapoe naar het 4e Bataljon Infanterie Tjimahi. Op het moment dat hij krijgsgevangen wordt genomen is hij werkzaam bij de administratie van het 6e depot bataljon Tjimahi. Zijn gevangenname is op het depot. Hij wordt op Java geïnterneerd in kamp I te Bandoeng.
Op 16 september 1944 is Johan Hendrik ingedeeld in de groep Java 23 die met de Junyo Maru op transport gaat naar Maleisië kamp I om daar ingezet te worden voor dwangarbeid aan de Sumatra-Spoorweg. Het schip vertrekt naar Padang aan de westkust van Sumatra vanaf Tandjong Priok met aan boord 2300 krijgsgevangenen en circa 4200 Javaanse Romusha’s. Sumatra wordt niet bereikt, op 18 september zinkt de Junyo Maru 15 zeemijlen uit de kust van Bengkoelen, getroffen door 2 torpedo’s afgevuurd door de Britse onderzeeër HMS Tradewind. Na 20 minuten verdwijnt het schip in de golven waarbij ze 1626 krijgsgevangenen en circa 4000 romusha’s met zich meeneemt in de diepte. Slechts 874 mannen overleven deze ramp, waaronder Johan Hendrik Soulier. Hij wordt samen met de andere overlevenden in de dagen erna opgepikt door Japanse schepen en overgebracht naar de gevangenis van Padang. Daar overlijden nog eens 8 krijgsgevangen aan de gevolgen van de torpedo’s.
Enige dagen na aankomst in Padang werden de krijgsgevangenen in groepen overgebracht naar de Sumatra-spoorweg, eerst per trein naar Pajakoemboe en vervolgens per vrachtauto naar kamp III op 14 km van Pakanbaroe.
J.H. Soulier wordt op 2 oktober 1944 ziek gemeld, hij heeft dysenterie. Hieraan overlijdt hij op 25 oktober 1944 om 3 uur in kamp 4 aan de Sumatra-spoorweg in Taratakbuluh. Hij wordt begraven op de begraafplaats bij het 21 km punt vanaf Pakanbaroe.
Bronnen: Interneringskaart Nationaal Archief, Japansekrijgsgevangenkampen.nl, Delpher.nl en Eindstation Pakanbaroe van Henk Hovinga
Persoongegevens 
Overlijdensgegevens 
Nationaliteit:
Nederlandse
Beroep:
Nederlands militair: adjudant-onderofficcier bij het KNIL
Burgerlijke staat:
-onbekend-
Geboortedatum:
16-03-1896
Geboortedatum toevoeging:
Begraafplaats:
Jakarta (Indonesie), Nederlands Ereveld Menteng Pulo, graf nummer XII-277
Categorie:
Militairen: Nederlands