1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

10 januari - 3 oktober 1942

Gedenkplaat Kitty de Wijzeplaats

Abraham Voltijn

 

Abraham Voltijn was een zoon van Meijer Voltijn en Mietje de Jong. Zij kregen acht kinderen van wie Abraham en Jacques er twee waren. Abraham trouwde op 7 februari 1918 te Zaandam met Betje de Jong. Zij vestigden zich met hun twee zonen Meijer en Louis op 26-04-1934 in Nijmegen. In Nijmegen werd de derde zoon Jacob geboren.

Abraham is in de loop van 1942 naar een van de joodse werkkampen gegaan voor terwerkstelling. Daar waren toen ook zijn zoons Jacob en Meijer. Van daaruit zijn zij in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 overgebracht naar Westerbork. Zijn vrouw Betje komt voor op de lijst van personen die werden opgepakt bij de razzia van 2 oktober 1942. Vermoedelijk werd het hele gezin - m.u.v. zoon Louis die na zijn huwelijk in Amsterdam bleef wonen - begin oktober gearresteerd. Abraham werd op 16-10-1942 vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz met het 28e treintransport, hetzelfde transport als zijn vrouw Betje en schoondochter Edith Aussen, de vrouw van zoon Meijer. Direct na aankomst werd hij op 19 oktober '42 vergast, evenals zijn partner Betje Voltijn-de Jong en zijn schoondochter Edith Voltijn-Aussen.

Het huis werd op 11-06-1943 ontruimd. Het is niet duidelijk of het zijn huis was of dat Betje Voltijn-de Jong eigenaresse was.

Bron: www.joodsmonument.nl; www.oorloginniijmegen.nl; westerborkportretten.nl

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
A. Voltijn
Voornamen:
Abraham
Roepnaam:
Geslacht:
Man
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
-onbekend-
Beroep:
winkelier
Burgerlijke staat:
gehuwd
Adres:
Lange Burchtstraat 27
Woonplaats:
Nijmegen
 
Geboortedatum:
13-12-1885
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Den Bosch
Datum:
19-10-1942
Datum toevoeging:
Leeftijd:
56 jaar

Plaats:
Auschwitz (P)
Locatie:
concentratiekamp Auschwitz
Begraafplaats:
Auschwitz
Omstandigheid:
vergast/vermoord
 
Categorie:
Burgers: Joden
Dossiernummer:

Joodse werkkampen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Joodse werkkampen

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.