Rosa Zilversmit-Cohn vestigde zich op 21-06-1933 in Nijmegen, komende uit Berlijn. Zij was een dochter van Louis Lewin Cohn en Flora Fanny Schweriner. Rosa trouwde met Abraham/Adolf  Zilversmit, die in 1939 in Nijmegen is overleden. Zij hadden twee dochters : Henriëtte Rosalie, die de oorlog heeft overleefd en in New York is overleden en Irma Edith, vermoord in Auschwitz in 1944.

Rosa werd op 13 april 1943 vanuit Westerbork op transport gesteld naar Sobibor. Haar naam kwam voor op de lijst van Joden die ziek waren. Zij werd opgenomen in een ziekenhuis in Arnhem, waar zij uiteindelijk werd opgepakt. Haar adres was toen Amsterdamscheweg 1 in Arnhem. Daar was tot december 1942 het joodse Rotterdamse Kindertehuis gevestigd. Daarna was het een provisorisch ziekenhuis en was de Arnhemse Joodse Raad er gevestigd.

Rosa was een zus van Ernestine, Lina, Benno en Hermann Cohn. Lina werd omgebracht in 1942 in Auschwitz. Benno (overleed in 1949 in Brazilië),  Ernestine en Hermann hebben mogelijk de oorlog overleefd. Abraham/Adolf Zilversmit was geboren in Losser (Ov) en was een zoon van Karel Zilversmit en Jetta Abrahamsohn. Hij was een broer van Johanna Zilversmit, overleden in 1944 in Nijmegen, van Bertha, overleden in Auschwitz 1942 en van Ida, al eerder in 1886 overleden. Op hetzelfde adres waar Rosa in Nijmegen woonde, verbleef ook Helene Stern (zie elders op deze site).

Bronnen: NIOD, Archief Onderzoek Sobibor 56, transportlijst; Joods Monument; genealogie online, www.oorloginnijmegen.nl zie Ziekenlijst blz 15.; www.geni.com